bromvlieg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bromvlieg    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • brom·vlieg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bromvlieg bromvliegen
verkleinwoord bromvliegje bromvliegjes

Zelfstandig naamwoord

debromvliegv/m

  1. (tweevleugeligen) grote dikke blauwe vlieg die een brommend geluid maakt uit de familie Calliphoridae  van de orde Diptera . De familie staat in 2011 bekend als niet-monofyletisch, maar de juiste indeling staat nog ter discussie
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bromvlieg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.