buurmeisje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  buurmeisje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbyrmɛiʃə/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • buur·meis·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord buurmeisje buurmeisjes

Zelfstandig naamwoord

hetbuurmeisjeo dim. tant.

  1. een kind van het vrouwelijk geslacht dat naast je woont
    • Janneke is het buurmeisje van Jip. 

Gangbaarheid

  • Het woord buurmeisje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.