cameraman

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  cameraman    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkaməraˌmɑn/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ca·me·ra·man
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cameraman cameramannen
cameralieden
cameralui
verkleinwoord cameramannetje cameramannetjes

Zelfstandig naamwoord

decameramanm

  1. (beroep) beroep waarbij het bedienen een video- en/of filmcamera centraal staat
    • Hij werkt als cameraman bij de omroep. 
  2. diegene die de camera bedient
    • Dan is hij/zij de cameraman. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord cameraman staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.