cannelure

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  cannelure    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • can·ne·lu·re
enkelvoud meervoud
naamwoord cannelure cannelures
verkleinwoord canneluretje canneluretjes

Zelfstandig naamwoord

decannelurev/m

  1. (bouwkunde) elk van de (verticale) groeven op zuilen, pilasters, gevels en meubilair
    • Op dat zuil stonden de cannelures dicht bij elkaar. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord cannelure staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
34 %van de Nederlanders;
42 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Engels

Zelfstandig naamwoord

cannelure

  1. cannelure

Frans

Uitspraak
  • IPA: /kɑnlyʁ/
Woordafbreking
  • canne·lure
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  cannelure     la cannelure     cannelures     les cannelures  

Zelfstandig naamwoord

cannelure v

  1. cannelure
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.