cao

Niet te verwarren met: CAO

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  cao    (hulp, bestand)
  • IPA: /sejaˈʔo/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • cao
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cao cao's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

decaov

  1. (economie) afspraken gemaakt tussen werkgevers en vakbonden over beloning en werkomstandigheden voor alle werknemers in een bedrijf of bedrijfstak gedurende een bepaalde periode
    • De vakbonden onderhandelden voor een betere cao 
     In de nieuwe cao is afgesproken dat alle medewerkers – inclusief uitzendkrachten – 10 procent loonsverhoging krijgen.[1]
Schrijfwijzen
  • CAO (officiële spelling tot 2006)
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord cao staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
61 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Koen Marée & Georgia Oost
    “Albert Heijn en vakbonden akkoord over nieuwe cao voor distributiecentra” (9 mei 2023) op nrc.nl
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Vietnamees

Bijvoeglijk naamwoord

cao

  1. hoog: zich op grote hoogte bevindend.
  2. hoog: een grote hoogte hebbend.
Antoniemen
  • hạ
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.