capuchon

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  capuchon    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌkapyˈʃɔn/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˌkɑ.py.ˈʃɔn/
    • (Limburg): /ˌka.py.ˈʃɔ̃ː/
Woordafbreking
  • ca·pu·chon
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘hoofdkap’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord capuchon capuchons
verkleinwoord capuchonnetje capuchonnetjes

Zelfstandig naamwoord

decapuchonm

  1. (hoofddeksel), (kleding) hoofdkap bevestigd aan een kledingstuk
    • Veel kledingstukken hebben een capuchon, maar bijna niemand zet er ooit een op. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord capuchon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.