carnavalsgebak

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  carnavalsgebak    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkɑrnavɑlsxəˌbɑk/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • car·na·vals·ge·bak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord carnavalsgebak -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetcarnavalsgebako

  1. (voeding) aanduiding voor verschillende zoete uit deeg gebakken lekkernijen die traditioneel vooral rond de viering van Vastenavond worden gegeten
     Deze nonnevotten, ook wel strikken genoemd, zijn een typisch carnavalsgebak uit het zuiden van Limburg. Ze worden een dag voor carnaval gebakken omdat niemand op de dag zelf daar tüd voor heeft![1]
     De pannekoek was het carnavalsgebak bij uitstek.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord 'carnavalsgebak' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Janny van der Lee-van der Heijden
    recept : Nonnevotten of strikken in: Leeuwarder Courant , jrg. 234 nr. 39 (15 februari 1985), p. 31 kol. 2/3
  2. Weblink bron
    H.H. Knippenberg
    Oude volksgebruiken in:
    Kleijntjens, Jos & Knippenberg, H.H.
    Schetsen uit de vaderlandsche geschiedenis - Eerste Deel (1918), R.K. Boek-centrale, Amsterdam, p. 278
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.