carrosserie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  carrosserie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • car·ros·se·rie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘koetswerk van auto’ voor het eerst aangetroffen in 1914 [1]
  • afgeleid van karos [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord carrosserie carrosserieën
verkleinwoord carrosserietje carrosserietjes

Zelfstandig naamwoord

decarrosseriev

  1. (verkeer), (techniek) koetswerk van een motorisch voertuig (meestal een auto of bus)
    • De carrosserie is de drager van alle losse delen van de auto. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord carrosserie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.