censuur
Niet te verwarren met: cesuur |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: censuur (hulp, bestand)
- IPA: /sɛnˈsyr/, /sɛnˈzyr/
Woordafbreking
- cen·suur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | censuur | censuren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de censuur v
- controle van de kant van een autoriteit (vaak de overheid, ook de kerk) op de informatiestroom
- Tijdens de coup stond de staatszender onder militaire censuur.
- De stap is deels ingegeven door enkele “technisch zeer verfijnde” cyberaanvallen op de Singaporese overheid, aldus premier Lee Hsien Loong tegenover journalisten. Het betreft onder meer een incident uit 2013, toen hackers van het netwerk Anonymous zich toegang hadden verschaft tot het computersysteem van de overheid om te protesteren tegen nieuwe regels voor censuur op het web in de stadstaat.[1]
Verwante begrippen
Antoniemen
Hyponiemen
- filmcensuur, internetcensuur, perscensuur, Sovjetcensuur, zelfcensuur
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord censuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "censuur" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Floris van Straaten NRC 10 juni 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.