charmeur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  charmeur    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • char·meur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord charmeur charmeurs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

decharmeurm

  1. iemand die mensen (en dan nog vooral vrouwen) weet te bekoren
    • James Bond is een echter charmeur. 
     Wij waren een cocktail van uitersten (in willekeurige volgorde): rustig, uitgesproken en luidruchtig. Drugs, alcohol en water. Wild, voorzichtig en nieuwsgierig. Levend in het verleden in het heden en in de toekomst. De entertainer, de charmeur en de verleider. Kinderachtig, zorgzaam en met een luisterend oor.[2]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord charmeur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. charmeur op website: Etymologiebank.nl
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.