chover

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  chover    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • cho·ver
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

dechoverv/m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) vriend, makker
  2. (Jiddisch-Hebreeuws) lid (synagogale eretitel voor iemand die zich in het joodse leven heeft onderscheiden)
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'chover' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands

Portugees

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
chover
chovia
chovido
volledig

Werkwoord

chover

  1. regenen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.