chaveer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  chaveer    (hulp, bestand)
  • IPA: /xave'rim/
  • Sofeer: chaveeriem
Woordafbreking
  • cha·veer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord chaveer chaveriem
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dechaveerv/m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) vriend, makker
  2. (Jiddisch-Hebreeuws) lid
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'chaveer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.