chronic

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  chronic    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkrɔnɪk/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • chro·nic
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord chronic -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dechronicm

  1. (jongerentaal) roesmiddel gemaakt uit delen van de vrouwelijke hennepplant
    • Chronic is gewoon een naam voor wiet, die naam word vaak gebruikt door Amerikanen. [2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'chronic' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
49 %van de Nederlanders;
47 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
stellend vergrotend overtreffend
chronic--

Bijvoeglijk naamwoord

chronic

  1. chronisch

Zelfstandig naamwoord

chronic

  1. (jongerentaal) marihuana, vooral die van hoge kwaliteit
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.