wiet

Niet te verwarren met: wied

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wiet    (hulp, bestand)
  • IPA: /wit/ (1 lettergreep); /ʋit/
Woordafbreking
  • wiet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wiet -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dewietm

  1. (plantkunde) softdrug die bestaat uit gedroogde hennep, Cannabis sativa 
    • Je moet echt stoppen met het roken van wiet! 
     Gelukkig werd er alleen wiet gevonden, dat wel geconfisqueerd werd maar waar verder geen straffen voor werden uitgedeeld.[2]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord wiet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. wiet op website: Etymologiebank.nl
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Limburgs

Uitspraak
  • IPA: /(x)wi(ː)t/ (Etsbergs)

Bijvoeglijk naamwoord

wiet

  1. (kleur) wit.

Zelfstandig naamwoord

wiet o

  1. (kleur) wit.
Verbuiging
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.