cis-klein
Nederlands
Nederlandse toonsoort | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
groot | C | Cis Des |
D | Dis Es |
E | F | Fis Ges |
G | Gis As |
A | Aïs Bes |
B |
klein | c | cis des |
d | dis es |
e | f | fis ges |
g | gis as |
a | aïs bes |
b |
Uitspraak
- Geluid: cis-klein (hulp, bestand)
Woordafbreking
- cis-klein
Woordherkomst en -opbouw
- (samenkoppeling) van cis en klein
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cis-klein | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het cis-klein o
- (muziek) het akkoord cis - e - gis, de kleine drieklank op de eerste trap van de cis-kleinetertstoonladder
- Het akkoord heet cis-klein naar de kleine terts: cis - e.
- (muziek) de toonsoort waarvan #1 het grondakkoord is
- Een wals in cis-klein.
Synoniemen
Antoniemen
Afkorting
Verwante begrippen
- akkoord, cis-mineurtoonladder, cis-toonladder, cis-kleinetertstoonladder, drieklank, grote terts, interval, kleine terts, toonsoort
Vertalingen
1. een akkoord cis - e - gis
Gangbaarheid
- Het woord 'cis-klein' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.