citruswolluis
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: citruswolluis (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ci·trus·wol·luis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van citrus zn en wolluis zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | citruswolluis | citruswolluizen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de citruswolluis v / m
- (halfvleugeligen) Planococcus citri een wolluis die veel als plaaginsect voorkomt in kassen
- ▸ De citruswolluis Planococcus citri (Risso) is een van de meest voorkomende wolluissoorten in Vlaanderen en de rest van de wereld.[1]
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'citruswolluis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Sander Fleerakkers“Reproductie en predatie van de roofkever Cryptolaemus montrouzieri op de wolluizen Pseudococcus longispinus en Planococcus citri”, Verslag U Gent (2018-2019)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.