clubtrainer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  clubtrainer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • club·trai·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord clubtrainer clubtrainers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

declubtrainerm

  1. (sport) (beroep) oefenmeester die verbonden is bij een sportvereniging
     Als clubtrainer lag Mancini ook nog regelmatig in de clinch met spelers en collega's, maar als bondscoach ("mijn droombaan") lijkt hij een ander mens.[1]
     Menzo was op interim-basis de laatste tijd bondscoach van Aruba, waar hij tevens als technisch-directeur werkzaam was. Als clubtrainer werkte hij bij onder meer AGOVV, FC Volendam, SC Cambuur, Lierse SK en Ajax Cape Town.[2]
Synoniemen
  • clubcoach

Gangbaarheid

  • Het woord clubtrainer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Marco Hochgemuth
    “Renaissance van bondscoach Mancini zorgt voor nieuw optimisme bij Italië” (Vrijdag 11 juni 2021, 06:03), NOS
  2. Weblink bron “Suriname kiest ervaren Menzo als opvolger van ontslagen bondscoach Gorré” (Dinsdag 4 januari 2022, 07:38), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.