coderen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  coderen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • co·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
coderen
codeerde
gecodeerd
zwak -d volledig

Werkwoord

coderen [2]

  1. overgankelijk in een code brengen
  2. overgankelijk van een code voorzien
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord coderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.