codetaal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  codetaal    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkodəˌtal/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • co·de·taal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord codetaal codetalen
verkleinwoord codetaaltje codetaaltjes

Zelfstandig naamwoord

decodetaalv/m

  1. eigen communicatiemiddel binnen bepaalde groepen door het hanteren van codes die alleen binnen die groep betekenis hebben
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord codetaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.