coiffeuse

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  coiffeuse    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • coif·feu·se
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord coiffeuse coiffeuses
verkleinwoord coiffeusetje coiffeusetjes

Zelfstandig naamwoord

decoiffeusev

  1. (formeel) (beroep) vrouwelijke vorm van coiffeur, kapster
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord coiffeuse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.