collar
Catalaans
Zelfstandig naamwoord
collar m
- nekriem, halsband
- halsketting
stamtijd | ||
---|---|---|
tegenw. tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
collo | collava | collat |
1e vervoeging | volledig |
Werkwoord
collar
- een halsband omdoen
- in bedwang houden, in het gareel houden
- onder druk zetten (om iets te doen)
- samenbinden, aan elkaar bevestigen
- inschroeven
Engels
Uitspraak
- Geluid: collar (hulp, bestand)
enkelvoud | meervoud |
---|---|
collar | collars |
Zelfstandig naamwoord
collar
Spaans
enkelvoud | meervoud |
---|---|
collar | collares |
Zelfstandig naamwoord
collar v
- ketting (sieraad)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.