compliance
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: compliance (hulp, bestand)
Woordafbreking
- com·pli·ance
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit Engels compliance, afgeleid van het Engelse werkwoord comply, (met het voorvoegsel com- met het achtervoegsel -ance).
- Oorspronkelijk uitsluitend in Engelstalig jargon uit de bankensector (o.m. compliance officer “toezichthouder”, contract compliance “naleving van de regels en bepalingen overeenkomstig de schriftelijk afspraak”), in zwang geraakt na de financiële bankencrisis van 2008.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | compliance | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de compliance m
- het naleven van geldende gedragsregels, wet- en regelgeving binnen een organisatie, ('volgzaamheid')
- onderzoek na de kredietcrisis heeft aangetoond dat er van compliance in de USA geen sprake was.
Wèl van bedrog en onverantwoordelijk en crimineel gedrag door de financiële maffia
- onderzoek na de kredietcrisis heeft aangetoond dat er van compliance in de USA geen sprake was.
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'compliance' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Engels
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /kəmˈplaɪəns/
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het werkwoord comply met het achtervoegsel -ance.
Zelfstandig naamwoord
compliance
- naleving
- volgzaamheid
- (werktuigbouwkunde) de rek, speling van een structuur
- (medisch) de mate van de getrouwe inname van de medicijnen door de patiënt
- (bedrijf) de afdeling toezicht en naleving van een bedrijf
Synoniemen
- compliancy
Antoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.