continuïteit

Niet te verwarren met: contiguïteit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  continuïteit    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • con·ti·nuï·teit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord continuïteit
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

decontinuïteitv

  1. het continu zijn, de voortduring
    • Continuïteit van zorg. 
Synoniemen
  • onafgebrokenheid
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord continuïteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.