couch
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: couch (hulp, bestand)
Woordafbreking
- couch
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | couch | couches |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
couch
Afgeleide begrippen
- couchpotato, couchsurfen, couchsurfer, couchsurfing
Gangbaarheid
- Het woord 'couch' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
Engels
Uitspraak
- Geluid: couch (US) (hulp, bestand)
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud |
---|---|
couch | couches |
Zelfstandig naamwoord
couch
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to couch |
he/she/it | couches |
verleden tijd | couched |
voltooid deelwoord |
couched |
onvoltooid deelwoord |
couching |
gebiedende wijs | couch |
Werkwoord
couch
- onovergankelijk plat gaan liggen
- overgankelijk formuleren, inkleden [3], verwoorden
- overgankelijk vellen [2]
- overgankelijk coucheren, neerleggen
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.