crack

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  crack    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • crack
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘uitblinker in sport’ voor het eerst aangetroffen in 1897 [1]
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘zeer verslavende drug’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1986 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord crack cracks
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

decrackm [3]

  1. (sport) uitblinker
  2. (scheikunde) gevaarlijke harddrug met door verwarming gezuiverde cocaïne als hoofdbestanddeel
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
cracken

crack

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van cracken
    • Ik crack. 
  2. gebiedende wijs van cracken
    • Crack! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van cracken
    • Crack je? 

Gangbaarheid

  • Het woord crack staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Uitspraak
  • Geluid:  crack (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /kræk/
enkelvoud meervoud
crack cracks

Zelfstandig naamwoord

crack

  1.  barst zn ,  kloof zn  [1],  scheur zn 
  2.  kraak zn , krakend geluid
  3. (sport) crack [1]
  4. (scheikunde) crack [2]
vervoeging
onbepaalde wijs to  crack 
he/she/it  cracks 
verleden tijd  cracked 
voltooid
deelwoord
 cracked 
onvoltooid
deelwoord
 cracking 
gebiedende wijs  crack 

Werkwoord

crack

  1. onovergankelijk een krakend geluid maken,  kraken ww  [1]
  2. overgankelijk  kraken ww  [2], openbreken






Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Zelfstandig naamwoord

crack m

  1. (spreektaal) kei, uitblinker [1]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.