cross-over

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  cross-over    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • cross-over
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cross-over cross-overs
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

decross-overm

  1. uitwisseling, overspraak o.a.:
    1. (biologie) het verschijnsel dat twee homologe chromosomen stukken DNA uitwisselen
    2. (elektriciteit, interferentie) overspraak in audioversterkers, telecom (koperaders), electronische circuits
    3. het laden ineenvloeien van liedjes
    4. (ethernet) cross-overkabel
    5. speciale weg/spoor/gang/wissel in b.v. toneelpodium, spoorweg
  2. cross-over auto, met verhoogde carosserie en 4×4 aandrijving
  3. scheidingsfilter (audio)
Afgeleide begrippen
  • cross-overmuziek
Verwante begrippen
  • crosstalk

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord cross-over staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.