dagopvang

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dagopvang    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dag·op·vang
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dagopvang dagopvangen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dedagopvangm

  1. opvang overdag, vooral van kinderen of senioren, in speciaal daarvoor ingerichte ruimtes

Gangbaarheid

  • Het woord dagopvang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.