dakspar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dakspar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dak·spar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dakspar daksparren
verkleinwoord daksparretje daksparretjes

Zelfstandig naamwoord

dedaksparm [2]

  1. (bouwkunde) paal, rechte, dunne stam, vooral als onderdeel van een dak
Verwante begrippen
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'dakspar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.