dankjewel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dankjewel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌdɑŋkjəˈwɛl/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • dank·je·wel
Woordherkomst en -opbouw

Tussenwerpsel

dankjewel

  1. (informeel) uiting van erkentelijkheid
    • Dankjewel! zei hij toen hij zijn glas bier in ontvangst nam. 
enkelvoud meervoud
naamwoord dankjewel dankjewels
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetdankjewelo

  1. informele dankbetuiging
    • Na een hartelijk dankjewel nam hij afscheid en ging naar huis. 
     Ze liep naar Heleen toe en omhelsde haar. (...) 'Dankjewel,' fluisterde Heleen.[1]
Opmerkingen
  1. Als tussenwerpsel of zelfstandig naamwoord wordt dit woord aaneengeschreven, maar in zinsneden kunnen de drie delen ook los geschreven worden.
    • (Ik) dank je wel dat je dat voor mij hebt willen doen. 
Hyponiemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord dankjewel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.