dankjewel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dankjewel (hulp, bestand)
- IPA: / ˌdɑŋkjəˈwɛl / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- dank·je·wel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstellende samenstelling van dank ww, je vn en wel bw
Tussenwerpsel
dankjewel
- (informeel) uiting van erkentelijkheid
- Dankjewel! zei hij toen hij zijn glas bier in ontvangst nam.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dankjewel | dankjewels |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het dankjewel o
- informele dankbetuiging
- Na een hartelijk dankjewel nam hij afscheid en ging naar huis.
- ▸ Ze liep naar Heleen toe en omhelsde haar. (...) 'Dankjewel,' fluisterde Heleen.[1]
Opmerkingen
- Als tussenwerpsel of zelfstandig naamwoord wordt dit woord aaneengeschreven, maar in zinsneden kunnen de drie delen ook los geschreven worden.
- (Ik) dank je wel dat je dat voor mij hebt willen doen.
Hyponiemen
Verwante begrippen
- dankuwel (formeel)
Gangbaarheid
- Het woord dankjewel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dankjewel" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.