deeltje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  deeltje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdelcə/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • deel·tje
Woordherkomst en -opbouw
[2] enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord deeltje deeltjes

Zelfstandig naamwoord

hetdeeltjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord deel
    • Ik heb het laatste deeltje uit de serie nog niet gelezen. 
  2. (natuurkunde) onderdeel van een atoom
    • Een neutrino is een deeltje waarvan men dacht dat het geen massa had. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord deeltje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.