dertigersdip
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dertigersdip (hulp, bestand)
Woordafbreking
- der·ti·gers·dip
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dertiger zn en dip zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dertigersdip | dertigersdips |
verkleinwoord | dertigersdipje | dertigersdipjes |
Zelfstandig naamwoord
de dertigersdip m
- (psychologie) depressieve stemming van hoogopgeleide dertigers als ze concluderen dat allerlei idealen, die ze wat betreft hun carrière en hun relaties hadden, niet zijn uitgekomen
- ▸ “Ik heb een heuse dertigersdip gehad. Ik ben toen naar New York gegaan en er maakte zich daar een enorm gevoel van verliezen van me meester. Had ik niet op mijn zestiende daarnaartoe moeten gaan? Had ik niet moeten proberen in Carnegie Hall op te treden? Nu kom ik never nooit nergens meer, ik ben te oud.”[1]
Verwante begrippen
- dertigerscrisis, dertigersdilemma, quarterlifecrisis
Gangbaarheid
- Het woord dertigersdip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “‘Ik ben van de extremen’” (21/08/2009), HP de Tijd
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.