deurknop

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  deurknop    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdørknɔp/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • deur·knop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord deurknop deurknoppen
verkleinwoord deurknopje deurknopjes

Zelfstandig naamwoord

dedeurknopm

  1. een handvat waarmee men een deur kan openen of (af)sluiten
    • De oude deurknop paste niet bij de nieuwe deur. 
     Jeroen legde zijn hand op de deurknop en draaide. Tot hun grote verbazing was de deur niet op slot. Jeroen duwde voorzichtig, waarna ze het kantoor binnenstapten.[1]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord deurknop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.