deurkruk

Nederlands

Uitspraak

Geluid: deurkruk (hulp, bestand)

Woordafbreking

deur·kruk

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van deur en kruk

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	deurkruk	deurkrukken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de deurkruk v / m

handvat dat de grendel van een deur bedient

Synoniemen

kruk

Verwante begrippen

deurgreep, deurklink, deurknop

Vertalingen

1. handvat dat de grendel van een deur bedient.

Duits: Türknopf ^(de) m
Engels: door handle ^(en)
Frans: poignée de porte ^(fr) v
Italiaans: maniglia ^(it) v

Gangbaarheid

Het woord deurkruk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "deurkruk" herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
89 %	van de Vlamingen.^[1]

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.