diepvriezer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  diepvriezer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • diep·vrie·zer
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘apparaat om levensmiddelen in te vriezen’ voor het eerst aangetroffen in 1953 [1]
  • Naamwoord van handeling van diepvriezen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord diepvriezer diepvriezers
verkleinwoord diepvriezertje diepvriezertjes

Zelfstandig naamwoord

dediepvriezerm

  1. een toestel bedoeld om voedingsmiddelen in bevroren toestand gebracht te bewaren
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord diepvriezer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.