dierenwinkel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dierenwinkel (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdirə(n)ˌwɪŋkəl / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- die·ren·win·kel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dier en winkel met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dierenwinkel | dierenwinkels |
verkleinwoord | dierenwinkeltje | dierenwinkeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de dierenwinkel m
- (handel) winkel waar huisdieren, hun voeder en middelen voor het houden van dieren verkocht worden
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord dierenwinkel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dierenwinkel" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.