difterie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  difterie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dif·te·rie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘slijmvliesontsteking’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1895 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord difterie -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dedifteriev

  1. (medisch) infectieziekte gekenmerkt door een slijmvliesontsteking van onder andere de keel
    • Difterie was voordat vaccinatie algemeen gebruikelijk werd een van de meest voorkomende doodsoorzaken bij kinderen 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord difterie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.