dipool

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dipool    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • di·pool
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘dubbele pool’ voor het eerst aangetroffen in 1942 [1]
  • afgeleid van pool met het voorvoegsel di- [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord dipool dipolen
verkleinwoord dipooltje dipooltjes

Zelfstandig naamwoord

dedipoolv/m [3]

  1. voorwerp met twee polen:
    1. (elektrotechniek) component met twee aansluitpunten
    2. (natuurkunde) molecule waarin de zwaartepunten van positieve en negatieve elektrische lading niet samenvallen
    1. dipoolantenne
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord dipool staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
35 %van de Nederlanders;
49 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.