docente

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  docente    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • do·cen·te
enkelvoud meervoud
naamwoord docente docentes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dedocentev

  1. (beroep), (onderwijs) vrouwelijke docent, vrouwelijke leraar
    • Mijn vrouw is een NT2 -docente die les geeft aan toekomstige hbo-studenten die uit het buitenland komen en het Nederlands onvoldoende machtig zijn. 

Gangbaarheid

  • Het woord docente staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /dɔtsɛntɛ/
Woordafbreking
  • do·cen·te

Zelfstandig naamwoord

docente

  1. vocatief enkelvoud van docent
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.