dona

Catalaans

Woordherkomst en -opbouw
  • van het Latijnse domina (meesteres)

Zelfstandig naamwoord

dona v

  1. vrouw (vrouwelijk mens)
  2. vrouw (echtgenote)
Synoniemen

Iers

Uitspraak
  • IPA: /d̪ˠoːn̪ˠə/

Bijvoeglijk naamwoord

dona

  1. slecht

Latijn

Zelfstandig naamwoord

dōna o

  1. nominatief meervoud van donum
  2. accusatief meervoud van donum
  3. vocatief meervoud van donum

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /dɔna/
Woordafbreking
  • do·na

Zelfstandig naamwoord

dona

  1. genitief enkelvoud van don
  2. accusatief enkelvoud van don
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.