doofpot

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  doofpot    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • doof·pot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord doofpot doofpotten
verkleinwoord doofpotje doofpotjes

Zelfstandig naamwoord

dedoofpotm

  1. pot waarin men in vroeger tijden turven of kolen doofde
    • Op de tafel lag de bijbel en onder de tafel stond een doofpot.[2] 
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • in de doofpot stoppen
iets wat fout is geheim houden, iets niet bekend maken
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord doofpot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.