dovemansoren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dovemansoren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • do·ve·mans·oren
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dovemansoren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dedovemansorenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord dovemansoor
  2. oren van iemand die doof is kunnen niets horen
Uitdrukkingen en gezegden
  • voor dovemansoren spreken
    • spreken tegen mensen die toch niets kunnen en willen horen
  • dat is niet voor dovemansoren gesproken
    • dat onthouden de mensen heel goed

Gangbaarheid

  • Het woord dovemansoren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.