dromer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dromer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dro·mer
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van dromen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord dromer dromers
verkleinwoord dromertje dromertjes

Zelfstandig naamwoord

dedromerm

  1. een persoon (man) die droomt.
  2. een idealist, een niet realistisch persoon.
    • Hij is meer een dromer dan een aanpakker. 
     Allemaal dromers die hun dromen waarmaakten.[1]
  3. (waterbeheer) Een dromerdijk of dromer is een extra dijk voor het geval de slaperdijk geen stand houdt. Het is de laatste in het rijtje waker - slaper - dromer.
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord dromer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.