drugshandel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  drugshandel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdrʏkshɑndəl/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • drugs·han·del
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord drugshandel -
verkleinwoord drugshandeltje drugshandeltjes

Zelfstandig naamwoord

dedrugshandelm

  1. (handel) de min of meer georganiseerde koop en verkoop van illegale drugs (bijvoorbeeld heroïne, cocaïne, opium en hasjiesj) zonder toestemming van de verantwoordelijke autoriteiten
    • Omzet Nederlandse drugshandel in 2017 geschat op 18,9 miljard euro [1] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord drugshandel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.