duplexwoning

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  duplexwoning    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • du·plex·wo·ning
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord duplexwoning duplexwoningen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deduplexwoningv

  1. (bouwkunde) kleine eengezinswoning, gebouwd in tijden van woningnood na de Tweede Wereldoorlog, bedoeld om later, samen met een soortgelijke woning één grote woning te vormen
    • Wij woonden in een duplexwoning. 
Verwante begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord duplexwoning staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.