eID
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: eID (hulp, bestand)
- IPA: / ˈiʔɑjˌde / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- eID
Woordherkomst en -opbouw
- (initiaalwoord), afgeleid van ID met het voorvoegsel e-, aaneengeschreven volgens het donorbeginsel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eID | eID's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de eID v / m
- (België) elektronisch identiteitsbewijs met behulp van een pasje met een chip
- ▸ De eID is een elektronisch identiteitsbewijs (met chip) waarmee u elektronische verrichtingen kan uitvoeren.[1]
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord eID staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Wat is de eID?” op belgium.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.