ebstand

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ebstand    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • eb·stand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ebstand ebstanden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deebstandv/m

  1. de laagste stand van een water dat onderhevig is aan eb en vloed
     De verwachting is dat er vanaf zondagmiddag normaal gespuid kan worden, dan is de ebstand weer laag genoeg in de Waddenzee.[1]
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'ebstand' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
58 %van de Nederlanders;
63 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Evacués Groningen mogen naar huis” (07-01-2012), NOS
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.