hoogwater
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hoogwater (hulp, bestand)
- IPA: / hoxˈwatər / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
hoog·wa·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hoog bn en water zn [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoogwater | hoogwateren hoogwaters |
verkleinwoord | hoogwatertje | hoogwatertjes |
Zelfstandig naamwoord
het hoogwater o
- ogenblik dat de vloed op zijn hoogst is
- ▸ De Jupiter was wel groot genoeg voor een ‘tijpoort’: een beperkt tijdvak voor vertrek omdat het schip met een diepgang van 13,70 meter alleen bij hoogwater door kan varen.[3]
- hoge waterstand in het algemeen
- ▸ Door het hoogwater wonen sommige Nederlanders tijdelijk op een eiland. Zo is het Overijsselse Fortmond al sinds Eerste Kerstdag niet meer bereikbaar via de weg.[4]
Synoniemen
- hoog water (spellingvariant) [5]
- [2] vloed
Antoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
- hoogwatergeld, hoogwatergeul
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord hoogwater staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hoogwater" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[6] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ hoogwater op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Mark Duursma“Vastgezogen in slib van Westerschelde” (14 augustus 2017) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Nienke Beintema“Hoogwater verrijkt én vervuilt de natuur” (28 december 2023) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron “Rode kool / rodekool” op taaladvies.net
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.