eenruiter

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  eenruiter    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • een·rui·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eenruiter eenruiters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deeenruiterm

  1. (landbouw) bak met een broeiraam waar één ruit in zit
Vertalingen

Gangbaarheid

24 %van de Nederlanders;
24 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.