eetbui

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  eetbui    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈedbœy/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • eet·bui
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eetbui eetbuien
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deeetbuiv/m

  1. een moment waarop mensen ineens een grote hoeveelheid eten tot zich nemen
    • Anorexia nervosa ofwel ziekelijk uithongeren komt in Nederland het minst vaak voor. Ongeveer 22.000 patiënten lijdt aan bulimia nervosa (eetbuien gevolgd door braken, laxeren of vasten). Bij ruim 160.000 mensen is op dit moment niet precies vast te stellen waarom ze niet normaal met voeding omgaan, aldus de promovenda. [1] 
    • „Op de middelbare school werd ik gepest, ik voelde me onzeker en minderwaardig. In eten vond ik troost en ik had soms wel drie eetbuien op een dag. Als ik me ergens rot over voelde, haalde ik voor twintig euro chips, chocolade en snoep, en at tot ik er misselijk van werd. Mensen zeiden wel: ’Wat word je dik.’ Maar niemand wist van mijn stiekeme eetbuiten.” [2] 

Gangbaarheid

  • Het woord eetbui staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.