egge

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  egge    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɛɣə/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • eg·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord egge eggen
verkleinwoord eggetje eggetjes

Zelfstandig naamwoord

deeggev/m

  1. (landbouw) eg
Hyponiemen
  • schijvenegge

Werkwoord

vervoeging van
eggen

egge

  1. aanvoegende wijs van eggen
Anagrammen

Gangbaarheid

  • Het woord egge staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
52 %van de Nederlanders;
56 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.